Inclusie als voorwaarde voor vrede

Door Rosanne Anholt

De gewelddadige dood van George Floyd op 25 mei was er één in een lange reeks zwarte slachtoffers van Amerikaans politiegeweld. Nog nooit is racisme zo duidelijk het onderwerp van gesprek geweest – tussen vrienden en familie, in de maatschappij, binnen organisaties en in de politiek. Al maandenlang gaan duizenden mensen wereldwijd de straten op om racisme, politiegeweld en geïnstitutionaliseerde mechanismen van uitsluiting aan de kaak te stellen.

Structureel geweld kan net zo natuurlijk aanvoelen als de lucht om ons heen, schrijft Johan Galtung, die wordt gezien als één van de grondleggers van de vredeswetenschappen, in 1969. Structureel geweld is “stil, onzichtbaar – het is onveranderlijk, het ís de status quo”. Het is onderdeel van de bestaande structuren, en openbaart zich als ongelijke machtsverhoudingen en de daaruit voortvloeiende ongelijke levenskansen. In een maatschappij waar de levensverwachting van de upper class twee keer zo hoog is dan van de lower classes, stelt Galtung, is er sprake van structureel geweld. De verhalen en ervaringen van minderheidsgroepen binnen verschillende samenlevingen laten zien dat niet alleen in de ontwikkelingslanden van het ‘Globale Zuiden’ maar dat er ook in het Westen sprake is van structureel geweld in de vorm van racisme, uitsluiting, onderdrukking en ongelijkheid. In Europa wordt vaak gezegd dat er al 75 jaar vrede is, maar dat geldt niet voor iedereen. De Amerikaanse antropologe Carolyn Nordstrom zou het “vrede” noemen.

Zelfs organisaties die zich voor vrede inzetten zijn soms ook debet aan structureel geweld. Begin juli kopte de Britse krant The Guardian met ‘Médecins Sans Frontières is ‘institutionally racist’, say 1,000 insiders’. Medewerkers van één van de grootste en meest bekende noodhulporganisaties hebben een statement ondertekend waarin de organisatie institutioneel racisme en het reproduceren van kolonialisme en witte suprematie wordt verweten. In een reactie op de website van Médecins Sans Frontières (MSF) belooft de organisatie beterschap. Dát statement is ondertekend door alle – volledig witte – kernleden van MSF’s Executive Committee.

Internationale hulporganisaties voeren al sinds de jaren ’80 discussies over de rol van lokale medewerkers, lokale organisaties en de gemeenschappen die zelf door een ramp of oorlog zijn getroffen. Hun aandeel en hun stem in de in New York en Genève gemaakte blauwdrukken voor vrede, wederopbouw en ontwikkeling blijft nog steeds gering, ongehoord. En dat ondanks het discours, dat zich dan weer wendt tot ‘opbouw’ en ‘ontwikkeling’ van ‘lokale capaciteit’, dan weer tot ‘participatie’, ‘localisatie’ en ‘lokaal eigenaarschap’. Wellicht, suggereert Paul Currion, die als hulpverlener actief is geweest in onder andere Kosovo, Afghanistan, Irak en de tsunami in de Indische Oceaan, om het niet over racisme te hebben.

Als er geen oorlog is, betekent dat dan dat het vrede is? Galtung maakt onderscheid tussen ‘negatieve vrede’ – de afwezigheid van oorlog – en ‘positieve vrede’. Positieve vrede is niet alleen de afwezigheid van oorlog, maar óók de afwezigheid van structureel geweld. Positieve vrede is een staat van sociale rechtvaardigheid, die het begrijpen, verklaren en aanpakken van structureel geweld als zijnde de onderliggende oorzaak van oorlog en gewapend conflict vereist. Hier kunnen vredeswetenschappers een belangrijke rol spelen.

Voormalig medewerkster van de VN vluchtelingenorganisatie en CEO van Uncomfortable Revolution, Corinne Gray, formuleert het onverbloemd en glashelder: “let’s shift our focus from declaring, ‘But I’m not racist!’ to asking ourselves, ‘In what ways might I be racist without knowing?” Het echte anti-racisme werk is het onderzoeken hoe onze eigen impliciete vooroordelen onze behandeling van de (gekleurde) ander beïnvloeden, schrijft ze. Voor onszelf, de maatschappij, (vredes)organisaties, de aan vrede gerelateerde wetenschappen en overheden blijft kritisch zelfonderzoek essentieel om gelijkheid en rechtvaardigheid te kunnen waarborgen. Zonder inclusie zal er immers geen échte vrede zijn. 

Bronnen

Carolyn Nordstrom. (2004). Shadows of war: Violence, power, and international profiteering in the twenty-first century. Berkeley, CA: University of California Press.

Corinne Gray. (2020, 15 juni). Doing good and being racist. The New Humanitarian. https://www.thenewhumanitarian.org/opinion/2020/06/15/United-Nations-racism-black-lives-matter

Hilhorst, D. (2020, 18 augustus). Fighting racism and decolonizing humanitarian studies: Toward mindful scholarship. ISS Blog – bliss. https://issblog.nl/2020/08/18/fighting-racism-and-decolonizing-humanitarian-studies-toward-mindful-scholarship/

Johan Galtung. (1969). Violence, peace, and peace research. The Journal of Peace Research, 6(3), pp. 167-191. https://www.jstor.org/stable/422690

Karen McVeigh. (2020, 10 juli). Médecins Sans Frontières is ‘institutionally racist’, say 1,000 insiders. The Guardian. https://www.theguardian.com/global-development/2020/jul/10/medecins-sans-frontieres-institutionally-racist-medical-charity-colonialism-white-supremacy-msf

Médecins Sans Frontières. (2020, 29 juni). Statement by the MSF UK Board of Trustees on institutional racism. https://www.msf.org.uk/statement-msf-uk-board-trustees-institutional-racism 

Paul Currion. (2020, 13 juli). Decolonising aid, again. The New Humanitarian. https://www.thenewhumanitarian.org/opinion/2020/07/13/decolonisation-aid-humanitarian-development-racism-black-lives-matter

This entry was posted in Blogs. Bookmark the permalink.

1 Response to Inclusie als voorwaarde voor vrede

  1. Pingback: De eigen logica van vrede |

Leave a Reply

Your email address will not be published.